Willemstad en de polder de Ruigenhil hebben sinds hun bestaan dikwijls s roerige tijden beleefd. Het Eiland van de Ruigenhil en Klundert was vanaf 1572 het strijdtoneel tussen Watergeuzen en Spanjaarden.
Prins Willem van Oranje liet in 1583 het dorpje Ruigenhil omwallen, dat kort daarna naar hem Willemstad genoemd werd. De vesting lag gedurende Tachtigjarige Oorlog veelal op het grensgebied van het oorlogsgebied en doorstond in 1793 een belegering door de Fransen.
Maar bij elke oorlog was Willemstad wel op de een of andere manier betrokken. Regelmatig verkeerde de vesting in staat van beleg, kwamen militairen het garnizoen verstreken of werd de polder geïnundeerd. Verschillende vestingwerken herinneren aan bepaalde oorlogen, ze werden dan nieuw aangelegd of aangepast aan verbeterde aanvalstechnieken.
De rede en de haven van Willemstad fungeerden vaak als verzamelpunt voor de troepenschepen waarmee Prins Maurits ten strijde trok tegen onder andere Oostende en Sluis. Ook als Engeland weer ergens op het vasteland in oorlog was, werden Engelse troepen hier aan land gebracht of gingen hier te scheep. In dit boek komen behalve de roerige ook de minder roerige tijden aan bod. De bewogen geschiedenis van Willemstad is tenslotte niet alleen die van een vestingstad, maar ook van een plaats waar het prinsheerlijk toeven is.